De overheid hanteert een viertal transitiepaden voor het thema Duurzame Mobiliteit. Deze paden geven richting aan de ambities die geformuleerd zijn in de programma’s Schoon en Zuinig en ‘De auto van de toekomst gaat rijden’. De vier transitiepaden zijn:
- Hybride, plug-in hybride en elektrisch vervoer.
- Toepassing van biobrandstoffen.
- Rijden op waterstof.
- Intelligente Transport Systemen: massa-individualisering van automobiliteit.
In deze studie is voor deze vier transitiepaden, en drie achterliggende innovatiescenario’s een inschatting gemaakt van de bijdrage aan klimaatdoelen en de kosteneffectiviteit. Vervolgens is voor ieder transitiepad in kaart gebracht wat de implicaties voor beleid zijn en zijn er suggesties voor beleidsinstrumenten gedaan. Er is voortgebouwd op de innovatiescenario’s uit een voorgaande studie (Uyterlinde et al., 2008). Deze scenario’s zijn uitgebreid met het lange termijn perspectief (2040) en er is een derde innovatiescenario met een groot marktaandeel elektrisch vervoer ontwikkeld. De nadruk ligt op de bijdrage van technische innovaties in voertuigaandrijving en brandstoffen aan energiebesparing en CO2-emissiereductie in het wegverkeer.
De hoofdconclusies zijn als volgt. Het halen van lange termijn doelen in de transportsector is alleen mogelijk via (vrijwel) nul-emissie technologie, zoals energiebesparing, duurzame waterstof en elektriciteit, en duurzame (tweede generatie) biobrandstoffen. Ontwikkeling van deze lange termijn optie(s) moet plaats vinden voordat de grenzen van het verder optimaliseren van de interne verbrandingsmotor in zicht komen. Een aantal technologieën, zoals hybride voertuigen, eerste generatie biobrandstoffen, in-car ITS, en CNG (als voorloper van groen gas), is al voldoende ver ontwikkeld voor grootschalige marktintroductie. Helaas bieden die technologieën op de wat langere termijn onvoldoende perspectief. Bovendien is er bij eerste generatie biobrandstoffen, behalve van een beperkt potentieel, ook sprake van mogelijk sterke ongewenste neveneffecten.
De meeste opties met een groot lange termijn potentieel zijn nu nog in demonstratiefase en vergen systeeminnovaties, met gecoördineerd beleid op meerdere fronten. Vanwege de schaalgrootte is Europees beleid cruciaal, en het is nog niet duidelijk welke technologie de winnaar zal blijken te zijn. Nederland kan binnen de koers die Europa vaart, strategische keuzes maken die de nationale belangen het beste dienen. Er is ook een aantal niches, zoals innovatieve bussen en ICT waar Nederland een voortrekkersrol kan spelen. Om innovaties in de markt te zetten is financiële steun nodig gedurende een lange periode. Vergeleken met CO2-reductiemaatregelen in andere sectoren zijn de kosten relatief hoog. Bovendien blijkt de aard en timing van de transitiepaden zo verschillend te zijn, dat generiek (bron) beleid niet zal voldoen.