Titel:
|
Technologieverkenning. Kansrijke nieuwe technieken voor minder emissies naar de lucht in 2030
|
|
Auteur(s):
|
|
|
Gepubliceerd door:
|
Publicatie datum:
|
ECN
Beleidsstudies
|
13-8-2009
|
|
ECN publicatienummer:
|
Publicatie type:
|
ECN-E--09-047
|
ECN rapport
|
|
Aantal pagina's:
|
Volledige tekst:
|
114
|
Download PDF
(2663kB)
|
Samenvatting:
Het Nederlandse milieu wordt steeds schoner. Het beleid, bijvoorbeeld op het gebied van luchtverontreiniging, werpt zijn vruchten af. Een duurzame situatie op het gebied van luchtemissies (incl. broeikasgassen) is echter nog niet bereikt. Op verzoek van het Ministerie van VROM heeft ECN Beleidsstudies een inventarisatie verricht van nieuwe veelbelovende technieken voor de sector energie- en industrie die dit doel dichterbij kunnen brengen.
In het Nationale Milieubeleidsplan 4, ‘Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid’ (NMP4) heeft de Nederlandse overheid ambities geformuleerd (VROM, 2001). Zo is het doel dat de milieukwaliteit uiteindelijk zodanig is dat circa 95% van de natuur in Nederland duurzaam wordt beschermd. Daarnaast mogen er op termijn geen milieugerelateerde gezondheidsef-fecten meer optreden. Vertaald naar streefdoelen betekent dit dat ten opzichte van de luchtverontreinigende emissie in 2005 nog een flinke reductie noodzakelijk is. De reductiepercentages in 2030 ten opzichte van 2005 zijn: voor stikstofoxiden (NOx) 65 tot 80%, voor zwaveldioxide (SO2) 39 tot 62%, voor vluchtige organische stoffen (NMVOS) 31 tot 71%, voor ammoniak (NH3) 59 tot 77% en voor fijn stof (PM10) 75 tot 87%. Omdat er voor fijn stof waarschijnlijk geen veilige ondergrens is, is verder reductie na 2030 gewenst. Voor het belangrijkste broeikasgas koolstofdioxide (CO2) ligt het streefdoel uit het NMP4 op een reductie van 40 tot 60% in 2030. Daarna is ook hier verdere reductie nodig.
In deze studie zijn ruim tachtig veelbelovende technieken geïnventariseerd die op dit moment in ontwikkeling zijn. Het gaat hierbij om zowel integrale, procesgeïntegreerde als nageschakelde reductietechnieken en productietechnieken. Ook zijn er nog bestaande technieken beschikbaar die ook op andere plaatsen, met wellicht hogere kosten per kg emissiereductie, kunnen worden toegepast. Op basis van de inventarisatie wordt geconcludeerd dat het technisch gezien mogelijk is om in de sector energie en industrie de in het NMP4 aangegeven reductiepercentages te realiseren. Nieuwe integrale, procesgeïntegreerde als nageschakelde reductietechnieken en productietechnieken zijn hierbij een essentieel onderdeel van het reductiepad.
In grote lijnen zijn de kansrijke technieken onder te verdelen in acht stofemissies. In Tabel S.1 is voor deze negen stoffen aangegeven welke kansrijke technieken hiervoor interessant kunnen zijn. Het gaat te ver om in de samenvatting alle veelbelovende technieken te behandelen. In de tabel is daarom vooral gekeken naar de technieken die zich op de grootse emissies richten.
Terug naar overzicht.