Titel:
|
De belofte van een duurzame Europese energiehuishouding; Energievisie van ECN en NRG
|
|
Auteur(s):
|
|
|
Gepubliceerd door:
|
Publicatie datum:
|
ECN
Beleidsstudies
|
10-9-2007
|
|
ECN publicatienummer:
|
Publicatie type:
|
ECN-E--07-061
|
ECN rapport
|
|
Aantal pagina's:
|
Volledige tekst:
|
48
|
Download PDF
(6453kB)
|
Samenvatting:
Het gaat niet goed met de energiehuishouding. Industrielanden raken steeds meer afhankelijk van importen van olie en aardgas, en de opwarming van de aarde gaat door. Om aan deze bedreigingen het hoofd te bieden is de ontwikkeling van een duurzame energiehuishouding noodzakelijk. In dit
document wordt een beeld van een duurzamere energiehuishouding in Europa geschetst voor het jaar 2050. Onderzoeksinstituten ECN en NRG formuleren deze visie omdat deze richtinggevend is voor het energieonderzoek en als inspiratie kan dienen voor bedrijven en overheden. In 2050 zijn hernieuwbare energiebronnen goed voor meer dan 35% van de energievoorziening, met een flinke rol voor biomassa, windenergie en zon. Er
is ook sterk ingezet op energiebesparing. Kernenergie wordt beperkt toegepast, omdat slechts in ongeveer de helft van de EU-lidstaten steun is
voor kernenergie. Kolen met CO2-opslag worden grootschalig ingezet voor de productie van zowel elektriciteit als waterstof. Deze waterstof wordt
in de transportsector gebruikt. Biomassa wordt vooral toegepast als brandstof voor vrachtverkeer, scheepvaart en luchtvaart, omdat er in deze sectoren weinig andere alternatieven voor olieproducten zijn. De energievraag van woningen en gebouwen is sterk verminderd, en wordt voornamelijk ingevuld met zonne-energie en elektriciteit. De opstellers hebben beoogd een consistente ontwikkeling te schetsen die leidt tot een 60% lagere uitstoot van CO2 in Europa (vergeleken met 1990) en een aanzienlijk lagere import van olie en gas. In 2050 zal de energiehuishouding nog niet geheel duurzaam zijn, en er zullen nog steeds mogelijkheden bestaan voor verdere energiebesparing en ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen. Wel kunnen de grote knelpunten van de energievoorziening in 2007 zijn weggenomen. Voor het realiseren van een duurzame energiehuishouding zal consistent en slagvaardig beleid nodig
zijn, waarbij gezocht wordt naar een goede samenwerking tussen overheden, bedrijven en burgers. Op tijd beginnen is belangrijk, want de tijdsconstanten van de energievoorziening zijn lang en het kost tijd voordat een nieuwe technologie volwassen en concurrerend is geworden. Het is ook belangrijk dat de private sector kan opereren in een helder en stabiel beleidskader dat de goede prijssignalen uitzendt. In het beeld van 2050 ligt de nadruk op toepassing van nieuwe technologieën, nieuwe energiebronnen en nieuwe energie-infrastructuur; deze veranderingen hebben alleen kans van slagen in combinatie met nieuwe organisatievormen en gedragswijzigingen. Bij technologische ontwikkeling leidend tot bijvoorbeeld betaalbare zonnecellen, het ter beschikking komen van tweede generatie biobrandstoffen en een betrouwbare afvang en opslag van kool dioxide, zijn realistische schattingen gemaakt van het tijdstip waarop deze op de markt komen. Er wordt aangegeven wat nodig is om zulke technologische ontwikkelingen te bevorderen. Met een rekenmodel is een kwantitatieve onderbouwing gegeven van de geschetste ontwikkelingen. Niet alle in 2050 ingezette energiebronnen zullen geheel duurzaam zijn. In het bijzonder aan kernenergie, CO2-opslag en biomassa moeten voorwaarden worden gesteld om deze verantwoord in te passen in een duurzame energiehuishouding. Wanneer deze bronnen voldoen aan de hier ontwikkelde criteria, voldoet het geschetste beeld aan realistische en haalbare maatstaven van duurzaamheid.
Géén van de opties kan bij voorbaat worden uitgesloten gezien de grote uitdagingen waar we voor staan.
Terug naar overzicht.