Titel:
|
Onderbouwing actualisatie BEES B. Kosten en effecten van de voorgenomen wijziging van het besluit emissie-eisen stookinstallaties B
|
|
Auteur(s):
|
|
|
Gepubliceerd door:
|
Publicatie datum:
|
ECN
Beleidsstudies
|
14-1-2009
|
|
ECN publicatienummer:
|
Publicatie type:
|
ECN-E--08-020
|
ECN rapport
|
|
Aantal pagina's:
|
Volledige tekst:
|
89
|
Download PDF
(645kB)
|
Samenvatting:
Het ministerie van VROM werkt aan een actualisatie van het Besluit Emissie Eisen Stookinstallaties B (BEES B). In het kader hiervan is de afdeling Beleidsstudies van het ECN gevraagd om de te verwachten kosten en effecten van de actualisatie in kaart te brengen. In de berekeningen is er vanuit gegaan dat de wijzigingen van de eisen voor nieuwe installaties ingaan per 1 januari 2009 en voor bestaande installaties zes jaar later op 1 januari 2015. Als basis voor de berekening van de effecten is uitgegaan van het veelgebruikte WLO GE-scenario met bijstellingen voor de sterkere groei van gasmotoren in de glastuinbouw en de toename van co-vergisting van mest. Omdat dit rapport als achtergrondinformatie in het voortraject is opgesteld kan zowel het invoertraject als de doorgerekende normstelling in dit rapport afwijken van de uiteindelijke BEES B wijziging.
De middelgrote stookinstallaties waar BEES B betrekking op heeft leveren een grote bijdrage aan de Nederlandse NOx-uitstoot. Gasmotoren vormen een belangrijke bron van emissies. Door toepassing van SCR kan deze beperkt worden. Op dit punt zijn ook varianten uitgewerkt. Ook houtkachels en (bio)diesel motoren zijn relatief sterk vervuilend en kunnen met extra milieumaatregelen schoner worden. De meeste brandstof wordt verbruikt in gasgestookte ketels. Deze zijn al relatief schoon, maar dit kan dit nog verbeterd worden door de toepassing van betere branders. Met de doorgerekende maatregelen kan de NOX-uitstoot van de BEES B installaties in 2020 met bijna 70% (circa 10 kton) worden verminderd tegen circa 5 euro/kg NOx-reductie.
Het aandeel van BEES B-installaties aan de emissies van fijn stof en SO2 is beperkt. Wel treden er, in vergelijking met andere bronnen, hoge specifieke emissies op. Het effect van SO2-maatregelen bij olie- en kolenstook en betere stoffilters bij hout- en kolenstook is ook in kaart gebracht. Tenslotte blijkt de methaanemissie van gasmotoren de afgelopen jaren sterk toe te nemen. Hoewel het technisch mogelijk is om deze methaan uit het uitlaatgas te verwijderen, is het goedkoper om bij de aanschaf van een gasmotor te kiezen voor een motor met een lage methaanemissie.
Terug naar overzicht.