Publicaties

Skip Navigation Links.
Recent verschenen
Expand per documenttypeper documenttype
Collapse per Unitper Unit
Expand per Clusterper Cluster

Zoeken naar publicaties:
Beperk het zoeken tot de velden:

ECN publicatie:
Titel:
Effecten van isolatiematerialen op broeikasgasemissies.
 
Auteur(s):
 
Gepubliceerd door: Publicatie datum:
ECN Beleidsstudies 1992
 
ECN publicatienummer: Publicatie type:
ECN-C--92-025 ECN rapport
 
Aantal pagina's: Volledige tekst:
35 Download PDF  (1163kB)

Samenvatting:
De toepassing van isolatiematerialen in woningen heeft op een drietal manieren gevolgen voor de emissies van broeikasgassen. Ten eerste nemen door het aanbrengen van isolatiemateriaal warmteverliezen uit de woning af waardoor minder energie nodig is voor verwarming en minder CO2-emissie plaatsvindt. Ten tweede doordat de eventueel in isolatiemateriaal aanwezige blaasmiddelen voor, tijdens of na het nuttig gebruik van het isolatiemateriaal in de atmosfeer vrijkomen en daar een broeikaswerking hebben. Ten derde doordat voor de produktie van isolatiemateriaal energie nodig is en hierdoor CO2-emissie plaats vindt. Voor verschillende isolatiematerialen zijn de broeikaseffectwaarden (BE-waarde) gedefinieerd. De BE-waarde is gedefinieerd als de gemiddelde jaarlijkse CO2-equivalente emissie van broeikasgassen ten gevolge van verwarming en isolatie van een gebouw. Een lage BE-waarde komt overeen met een lage bijdrage aan broeikasgasemissies. De BE-waarde maakt het mogelijk om isolatiematerialen te rangschikken op hun bijdrage aan de vermindering van broeikasgasemissies. De in deze studie beschouwde isoolatiematerialen omvatten polyurethaan- (PUR-)schuimen, polystyreenschuimen (XPS en EPS) en minerale wol. Daarbij zijn voor PUR-schuim en XPS-schuim verschillende blaasmiddelen beschouwd. De isolatiematerialen verschillen van elkaar met betrekking tot onder andere de isolerende werking, de broeikaswerking van het (eventuele) blaasmiddel en energie-inzet tijdens produktie. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van een model dat een warmtebalans van een woning bevat. Voor omrekening van emissies van andere broeikasgassen dan CO2 naar CO2-equivalente emissies is gebruik gemaakt van de Global Warming Potential (GWP). In de standaardberekeningen zijn de dikten van isolatiematerialen constant gehouden. Gevoeligheidsanalyses zijn uitgevoerd waarbij de isolatiewaarde constant is gehouden, waarbij gerekend wordt met hoge en lage GWP’s en waarbij de mogelijkheid van recycling van isolatiematerialen wordt toegelaten. De resultaten van de standaardberekeningen (constante dikte van isolatiematertaal) geven aan dat de BE-waarden van PUR-schuim waarbij gebruik is gemaakt van het blaasmiddel pentaan of LBL-2 (handelsnaam voor isopropylchloride) de laagste BE-waarde heeft. De BE-waarden van met CO2 of met HCFK-141 geblazen PUR-schuim en, in mindere mate, van minerale wol en EPS zijn een weinig hoger. XPS-schuimen hebben bij gebruik HCFK’s (HCFK-22 en HCFK-142) hogere BE-waarden. De BE-waarden van CFK-11 geblazen PUR of CFK-12 geblazen XPS is tweemaal zo groot dan voor de beste alternatieven. Bij constante isolatiewaarde van het isolatiemateriaal verandert de rangorde van de BE-waarde enigszins. De laagste BE-waarde hebben nu minerale wol, EPS en PUR-schuim geblazen met pentaan, LBL-2 of CO2.


Terug naar overzicht.