Titel:
|
Klimaatneutrale elektriciteit en de MEP
|
|
Auteur(s):
|
|
|
Gepubliceerd door:
|
Publicatie datum:
|
ECN
Beleidsstudies
|
1-4-2005
|
|
ECN publicatienummer:
|
Publicatie type:
|
ECN-C--05-033
|
ECN rapport
|
|
Aantal pagina's:
|
Volledige tekst:
|
22
|
Download PDF
(458kB)
|
Samenvatting:
Het rapport ?Klimaatneutrale elektriciteit en de MEP? verkent de mogelijkhedenom klimaatneu-trale elektriciteit te subsidiëren via de onrendabele
topsubsidie van de Wet Milieukwaliteit Elek-triciteitsproductie. Klimaatneutrale
fossiele elektriciteit is elektriciteit opgewekt uit fossiele brandstoffen
waarbij het vrijkomende CO2 wordt afgevangen en voorgoed opgeborgen
in een geologisch reservoir. CO2-afvang en -opslag wordt door klimaatbeleidsmakers
als een veelbelo-vende technologie gezien, maar wordt nog niet breed
ingezet. Er is wereldwijd momenteel een zestal demonstratieprojecten
actief, waarbij overigens geen gebruik wordt gemaakt van CO2 uit een
elektriciteitscentrale.
Overwegingen bij het al dan niet opnemen van elektriciteit met CO2-afvang
en -opslag in de MEP-regeling zijn onder meer de relatieve onvolwassenheid
van de technologie, de daarmee samenhangende onzekerheid in de onrendabele
top, de wettelijke kaders rondom lange termijn opslag in de ondergrond,
en de publieke acceptatie. Daarnaast ligt stevige interactie met beleids-instrumenten
specifiek gericht op CO2-emissiereductie, zoals het EU-emissiehandelsysteem,
voor de hand. Indien wordt besloten elektriciteitsopwekking met CO2-afvang
en -opslag te sti-muleren via de MEP dan is het van belang rekening
te houden met de kostenverschillen tussen de opties.
Bij opslag, maar vooral bij afvang van CO2 ten behoeve van klimaatneutrale
elektriciteit, be-staan grote verschillen in technologietoepassing,
en ook in kosten. Dit leidt tot verschillen in de onrendabele top. Ook
de transportafstand is van belang. Het lijkt daarom gerechtvaardigd
om niet alle klimaatneutrale fossiele elektriciteit over één kam te
scheren, maar de tarieven te diffe-rentiëren naar grootte van de centrale
en afvangtechnologie.
Omgeven met de nodige onzekerheden, komt de onrendabele top voor conventionele
of nieuwe centrales met pre- en post-combustion afvang volgens deze
verkenning uit op 1,8 tot 4,7 ?ct per kWh. Hierbij moet worden aangemerkt
dat het bij de omvang van de centrales die binnen deze bandbreedte vallen
gaat om meerdere megatonnen CO2 per jaar; hoeveelheden zonder precedent
in de CO2-opslag wereld. Ook moet er dan een geologisch reservoir beschikbaar
zijn dat een forse hoeveelheid CO2 kan bevatten. Dit zou tot hogere
transportkosten kunnen leiden.
Voor het specifieke oxyfuel combustion project ligt de onrendabele top
een stuk hoger: tussen de 7,2 en 8,9 ?ct per kWh, afhankelijk van de
elektrische efficiëntie (die nog onzeker is) en de variatie van de investeringskosten.
Als oxyfuel een vergelijkbare omvang zou hebben als post- en pre-combustion
dan zal er zeker een lagere onrendabele top uit de berekeningen komen.
Terug naar overzicht.