Onder waterzijdig inregelen wordt verstaan het instellen van ontwerpwaardenvan
watervolumestromen door warmtegebruikers door middel van inregelvoorzieningen.
Uit de
diverse publicaties blijkt dat CV-systemen in woningen vaak niet of
onvoldoende waterzijdig
worden ingeregeld. Hierdoor functioneert het CV-systeem niet optimaal
met als mogelijke
gevolgen een hoger energiegebruik dan noodzakelijk en oncomfortabele
ruimten.
Praktijkonderzoek naar waterzijdig inregelen in de woningbouw heeft
tot nu toe onvoldoende
duidelijk gemaakt welke woningkenmerken het uiteindelijke besparingseffect
van waterzijdig
inregelen bepalen. Het blijkt dat de verwachte energiebesparing niet
altijd wordt gehaald, dat de
besparing voor schijnbaar identieke woningen verschillend is of dat
het energiegebruik voor
ruimteverwarming juist toeneemt na waterzijdig inregelen. Ook ten aanzien
van het comfort zijn
de ervaringen in de praktijk wisselend.
Het effect van waterzijdig inregelen blijkt in de praktijk door meer
parameters te worden
bepaald dan er bij het waterzijdig inregelen op zich aan bod komen.
Er is een inventarisatie
gemaakt van de parameters die mogelijk een rol spelen, waarna op kwalitatieve
wijze de
relevantie van deze parameters is geanalyseerd.
De verwachting dat op basis van literatuur een gefundeerde uitspraak
kan worden gedaan over
de invloed van de verschillende parameters op het effect van waterzijdig
inregelen is niet juist
gebleken. De gevonden literatuur biedt onvoldoende aanknopingspunten
voor eenduidige
uitspraken. Praktijkonderzoek naar waterzijdig inregelen bevat teveel
onzekerheden om
verbanden tussen parameters en energiebesparing te leggen. Studies naar
CV-systemen
betreffen veelal laboratorium onderzoeken of simulaties met numerieke
modellen, waarbij onder
ideale omstandigheden het effect van een enkele variabele wordt bestudeerd.
De invloed van
een waterzijdige onbalans wordt hierbij niet meegenomen en kan veelal
ook niet eenduidig
afgeleid worden. Hetzelfde geldt voor het effect van een combinatie
van variabelen, hetgeen
mogelijkerwijs een rol speelt bij waterzijdig inregelen.
Het gevolg is dat de gekozen aanpak niet de kwalitatieve analyse oplevert
die noodzakelijk is
voor rangschikking van de geïnventariseerde parameters op relevantie
bij CV-optimalisatie. De
beoogde selectie van meest relevante parameters en analyse van praktische
haalbaarheid is dan
ook niet mogelijk op dit moment. Verder onderzoek is nodig om deze kwalitatieve
analyse
mogelijk te maken. Voor vervolgonderzoek zijn in eerste instantie de
volgende parameters
geselecteerd: type en instellingen thermostaat, ketelinstellingen, pomp
instelling, aanwezigheid
thermostatische radiatorafsluiters, waterinhoud van CV-systeem, type
ketel (rendement, combi
en modulatie) en afstemming CV-systeem op energieverliezen.
De geïnventariseerde parameters zijn verdeeld in "te wijzigen" en "niet
te wijzigen" parameters.
In hoeverre, op basis van de bepaalde financiële ruimte, de "te wijzigen"
parameters kunnen
worden aangepast, hangt af van het aantal (identieke) woningen en de
beschikbaarheid van de
benodigde ontwerpgegevens. Naarmate het aantal woningen toeneemt en
er meer gegevens
beschikbaar zijn, neemt de ruimte voor aanpassingen in de woning toe.
Vanwege het ontbreken
van het gewenste inzicht lijkt het nog te vroeg om al verder in te gaan
op ?het in de praktijk
brengen? van waterzijdig inregelen in woningen.
Voor praktijk metingen zonder onzekerheden als gevolg van bewonersgedrag
lijkt een
onderzoek in een onbewoonde testwoning de meest praktische optie. Een
testwoning leent zich
ook voor demonstratie van waterzijdig inregelen aan geïnteresseerden.
Onderzoek in een
testwoning kan belangrijke informatie opleveren over het mechanisme
van energiebesparing
door waterzijdig inregelen voor verschillende situaties en welke woningkenmerken
daarbij
vooral van belang zijn. Een dergelijk onderzoek kan echter nog meer
opleveren door het te
combineren met het opzetten en valideren van een (dynamisch) simulatie
model.