Titel:
|
Lokaal Klimaatbeleid in Alkmaar; beleidsanalyse van A tot Z
|
|
Auteur(s):
|
|
|
Gepubliceerd door:
|
Publicatie datum:
|
ECN
Beleidsstudies
|
1-12-2001
|
|
ECN publicatienummer:
|
Publicatie type:
|
ECN-C--01-103
|
ECN rapport
|
|
Aantal pagina's:
|
Volledige tekst:
|
53
|
Download PDF
(483kB)
|
Samenvatting:
Inleiding:De rol van gemeenten is tot nu toe in het Nederlandse klimaatbeleid
en klimaatonderzoek enigszins onderbelicht gebleven. Recentelijk is
er een Klimaatconvenant tussen het Rijk, IPO en VNG over de bijdrage
van gemeenten aan het nationale klimaatbeleid gesloten. Een signaal
dat het nog jonge beleidsterrein meer volwassen wordt.
Dit rapport doet verslag van een onderzoek naar lokaal klimaatbeleid
in Alkmaar. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in de eerste maanden
van 2001. Het is onderdeel van het onderzoeksproject ?Lokale overheden
en klimaatbeleid? dat is uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Onderzoek
Programma Mondiale Luchtverontreiniging en Klimaatverandering (NOP-MLK).
Doelstelling van het onderzoek is te analyseren in hoeverre er in de
dagelijkse Alkmaarse beleidspraktijk sprake is van integraal klimaatbeleid.
Daartoe is er een analyse gemaakt van beleidsdocumenten en het proces
rond de bouw van het nieuwe AZ-voetbalstadion.
De conclusies hebben betrekking op de stand van zaken op het moment
van onderzoek. In de periode tussen onderzoek en publicatie is veel
gebeurd. Zo is Alkmaar sterk betrokken bij afspraken voor CO2 reductie
met de provincie, bij het CO2 servicepunt en bij het bovengenoemde klimaatconvenant.
De conclusies in dit rapport zijn desalniettemin nog steeds waardevol.
Ze onderstrepen de opgaande lijn waarin Alkmaar zich bevindt: van ad-hoc
maatregelen naar een meer gestructureerde aanpak. Het meest waardevol
zijn echter de voorwaarden die in dit rapport gegeven worden voor de
verdere voortgang van deze positieve trend, de weg naar waarlijk integraal
klimaatbeleid.
Integraal klimaatbeleid
De eerdere fasen van het NOP-MLK onderzoek hebben uitgewezen dat lokaal
klimaatbeleid alleen succesvol kan zijn wanneer verschillende beleidsterreinen
van een gemeente daaraan meewerken. Maatregelen die de uitstoot van
broeikasgassen verminderen, kunnen alleen worden toegepast wanneer deze
worden aangestuurd vanuit verschillende beleidsterreinen, zoals ruimtelijke
ordening of verkeer en vervoer. Daarmee is lokaal klimaatbeleid niet
alleen een taak voor de afdeling milieu en moet lokaal klimaatbeleid
gezien worden als een integratieprobleem in niet-milieu beleidsterreinen.
Er is een klimaatzorgsysteem ontworpen waarmee door het volgen van verschillende
stappen het klimaatbelang in de verschillende gemeentelijke beleidsterreinen
kan worden geïntegreerd:
1. Het ontwerpen en vaststellen van een beleidsdocument waarin het committent
voor lokaal klimaatbeleid is vastgelegd.
2. Het opstellen van plannen en programma?s om het klimaatbeleid binnen
en buiten de organisatie te implementeren.
3. Het integreren van deze plannen in het dagelijks beleid en in de
organisatiecultuur.
4. Het meten, controleren en heroverwegen van de gemeentelijke ?klimaatzorg
prestaties?.
5. Het bieden van educatie en training om het begrip van klimaatproblematiek
te vergroten.
6. Het publiceren van informatie over de gemeentelijke klimaatprestaties.
De derde stap, de integratie in de dagelijkse beleidspraktijk en in
de organisatiecultuur, kan worden bereikt door het inzette van verschillende
instrumenten. Dit kan via (toetsing) procedures, waardoor er op een
bepaald moment expliciet aandacht wordt besteed aan het klimaatbelang
in de besluitvorming. Ten tweede kan integratie plaatsvinden door het
opstellen van integrale plannen waardoor er al in de planvorming rekening
wordt gehouden met het klimaatbelang.
Conclusies
Op het moment van onderzoeken blijkt de eerste stap in Alkmaar niet
actief aanwezig te zijn. In de stadsvisie wordt niet gesproken over
klimaatbeleid. Het vigerende energiebeleidsplan, waar wel doelstellingen
voor energiebesparing en CO2-reductie worden gesteld, blijkt in de praktijk
niet te worden gehanteerd. De doelstellingen van het plan zijn niet
meetbaar. Vanwege het ontbreken van een overkoepelend beleidsdocument,
is in de onderliggende plannen de aandacht voor klimaatbeleid zeer gering.
Wel zijn er op operationeel niveau nota?s en notities geschreven waar,
vaak door het rijk gestelde, ambities voor klimaatbeleid zijn opgenomen.
Vanwege het ontbreken van integrale plannen blijkt de integratie in
de dagelijkse praktijk (stap drie) vervolgens een lastige zaak. Dit
blijkt uit de analyse van het beleidsproces rond de bouw van het nieuwe
voetbalstadion van AZ. In dit proces heeft de gemeente de welwillendheid
van veel verschillende partijen in het netwerk nodig om haar doelstellingen
voor klimaatbeleid te realiseren. Om deze partijen op één lijn te krijgen
is het noodzakelijk om vanuit de gemeente met een heldere boodschap
en ambitie richting deze partijen te communiceren. Omdat deze helderheid
ontbrak was niet elke partij binnen de gemeente, en daardoor ook niet
elke partij daarbuiten, zich bewust van de gemeentelijke ambities en
mogelijkheden op het gebied van klimaatbeleid. De onduidelijkheid rond
de warmtelevering van de Huisvuilcentrale illustreert de zo ontstane
extra complexiteit bij de ontwikkeling van het duurzame bedrijventerrein
in de Boekelermeerpolder.
Een andere wijze om in de dagelijkse praktijk het klimaatbelang mee
te nemen, is het hanteren van toetsingsinstrumenten. De duurzaamheidsparagraaf
voor de Boekelermeer blijkt een eerste stap op weg naar toetsing. Het
ontbreken van een heldere doelstelling, met name voor duurzame energie,
maakt het waarlijk toetsen van beleidsbeslissingen lastig. De duurzaamheidsparagraaf
is daarom een eerste stap naar volwaardige toetsing van klimaatbelang.
Naast het opstellen van integrale plannen of het hanteren van de klimaattoets
blijkt er in Alkmaar nog een derde instrument met een integrerende werking
voor het klimaatbelang te bestaan. Het in de gemeentelijke organisatie
stimuleren en organiseren van deel- en leerprocessen rond de inbreng
van reductieopties blijkt een goede wijze om het klimaatbelang zichtbaar
te maken. De vruchtbare interne samenwerking tussen de energie- en dubocoördinatoren
en de vergunningverleners van de gemeente resulteerde in een continue
zoektocht naar en inbreng van kennis over reductieopties en partijen
die daar bij betrokken zijn. De vruchtbaarheid van deze samenwerking
ontstond doordat men elkaar tijdig informeerde over nieuwe ontwikkelingen.
Gedeeld gezamenlijk inzicht in het ontwikkelingsproces van het stadion
en in nieuwe reductieopties blijkt een voorwaarde voor een succesvolle
inbreng van het klimaatbelang in de dagelijkse beleidspraktijk.
Het meten, controleren, en heroverwegen van de prestaties van het Alkmaarse
klimaatbeleid blijkt tot dusverre zeer moeilijk. Bij het opstellen van
het energiebeleidsplan 1996-2005 was geen rekening gehouden met de door
de liberalisering ontstane veranderende rol van energiebedrijven in
gemeentelijk beleid. De problemen bij het monitoren van de bereikte
besparing waren niet voorzien. Hierdoor zouden de doelstellingen in
het energieplan uiteindelijk een lege huls blijken te zijn. Door betrokkenheid
bij het CO2-servicepunt, het klimaatconvenant en de daaruit voortvloeiende
subsidies, is inmiddels de nadruk op afrekenbare prestaties in het Alkmaarse
klimaatbeleid toegenomen.
Wanneer we de inzet van reductieopties in Alkmaar evalueren dan geldt
dat er nauwelijks maatregelen voortkomen uit de overkoepelende plannen.
De wel voorgestelde maatregelen komen voort uit bijvoorbeeld de recente
nota?s over duurzaamheidsaspecten van bestemmingsplannen. Deze discrepantie
tussen nota?s en plannen hangt samen met de huidige nieuwe impuls die
door de recentelijk aangenomen energiecoördinator en de coördinator
duurzaam bouwen, na het wegvallen van de vorige energiecoördinator enige
jaren geleden, aan het klimaatbeleid wordt gegeven. Hieruit blijkt dat
voldoende gekwalificeerd personeel een cruciale voorwaarde is voor succesvol
klimaatbeleid.
Tenslotte maakt het succes van bijvoorbeeld de PV-actie op Alkmaarse
scholen duidelijk dat er met lokaal klimaatbeleid ook politiek gescoord
kan worden. Hiermee kan de politiek worden gestimuleerd om op strategisch
niveau haar ambitie vast te leggen - de eerste noodzakelijke stap op
weg naar integraal lokaal klimaatbeleid.
Aanbevelingen
Klimaatbeleid hoort in een stadsvisie. In een volgende stadsvisie
zou de gemeente klimaatbeleid niet alleen als noodzaak voor een behoud
van de opgebouwde welvaart kunnen kenschetsen, zij zou het ook kunnen
zien als kans voor een verbetering van de leefbaarheid op velerlei terreinen,
bijvoorbeeld verkeer en vervoer. Lokaal klimaatbeleid is vaak én-én,
in die zin dat een toename van de bereikbaarheid met openbaar vervoer
kan leiden tot een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.
Het nieuwe milieubeleidsplan biedt kansen om meetbare doelstellingen
voor alle beleidsterreinen op te nemen en de rol te vervullen van overkoepelend
beleidsdocument, zoals in de eerste stap van het klimaatzorgsysteem.
Een actieve deelname aan het klimaatconvenant maakt het gemeentelijk
klimaatbeleid inzichtelijker doordat ambities gekoppeld worden aan meetbare
prestaties. Desalniettemin blijft het belangrijk om deze prestaties
verder inzichtelijk te maken. Het monitoren van beleid, onder andere
door het verkrijgen van verbruikscijfers, verdient ruime aandacht.
Netwerksturing blijkt een onontbeerlijk element om beleid succesvol
in te zetten. Daarom is het verstandig om deze vorm van sturing in te
passen in de gemeentelijke organisatie. Dit vereist van de gemeente
een constante opname van kennis en een goede interne communicatie om
de juiste rol in het netwerk te kunnen vervullen.
Deel- en leerprocessen binnen de gemeentelijke organisatie zijn
cruciaal om de interne communicatie en kennisontwikkeling, nodig voor
een succesvolle netwerksturing, op een hoog peil te houden. Het streven
naar een moderne gemeentelijk organisatie valt daarmee samen met het
inzetten van succesvol lokaal klimaatbeleid.
Het aantrekken van twee enthousiaste coördinatoren heeft laten zien
dat voldoende menskracht essentieel is voor succesvol lokaal klimaatbeleid.
Het verdient aanbeveling om de gemeentelijke organisatie verder met
?duurzaamheidstrekkers? te versterken
Terug naar overzicht.