Titel:
|
Energielabels en het daadwerkelijk energieverbruik van kantoren
|
|
Auteur(s):
|
Sipma, J.M.; Kremer, A.; Vroom, J.
|
|
Gepubliceerd door:
|
Publicatie datum:
|
ECN
Beleidsstudies
|
17-1-2017
|
|
ECN publicatienummer:
|
Publicatie type:
|
ECN-E--16-056
|
ECN rapport
|
|
Aantal pagina's:
|
Volledige tekst:
|
89
|
Download PDF
(3186kB)
|
Samenvatting:
ECN heeft samen met CBS de gegevens van de energielabeldatabase van ca. 1.000 kantoren gekoppeld aan het werkelijke gas - en elektriciteitsverbruik van dezelfde kantoren. Hierbij is in de analyse rekening gehouden met de kantoorgrootte. De voornaamste conclusie: in een A-label kantoor wordt gemiddeld 50% minder gas verbruikt dan in een G-label kantoor. Per vierkante meter gebruiksoppervlakte kantoor is het verschil in verbruik 7,5 m3 gas. Dit terwijl het energielabel uitgaat van een theoretisch verschil van 27 m3 per vierkante meter. Het verschil tussen theoretisch en werkelijk verbruik wordt waarschijnlijk deels verklaard door gedeeltelijke leegstand en het niet optimaal ingeregeld hebben van de klimaatinstallatie, aspecten waar theoretische modellen geen rekening mee houden. Meer onderzoek is nodig om deze laatste conclusies te staven.
Eerder onderzoek door derden wees al uit: een energielabel A-kantoor verbruikt meer elektriciteit dan een label G-kantoor per m2 gebruiksoppervlakte. Dit onderzoek bevestigt dit nogmaals: modernere A-label kantoren verbruiken gemiddeld 15 kilowattuur meer per vierkante meter dan oude, label G-kantoren. De betere kantoren behoren efficiënter te zijn ingericht, met gemiddeld minder vierkante meter per werknemer. Dat leidt in de regel tot een hogere bezettingsgraad en intensiever gebruik van de kantoorruimte, dus meer laptops, PC’s, kopieerapparaten en een uitgebreidere ICT-serverruimte. Organisaties met vierkante meters aan serverruimte in eigen beheer, verbruiken met die vierkante meter tot een factor dertig meer elektriciteit dan organisaties die hun serverdiensten hebben uitbesteed aan een datacentrum.
Terug naar overzicht.