Titel:
|
Quick Scan of the Economic Consequences of Prohibiting Residual Fuels in Shipping
|
|
Auteur(s):
|
|
|
Gepubliceerd door:
|
Publicatie datum:
|
ECN
Beleidsstudies
|
17-7-2007
|
|
ECN publicatienummer:
|
Publicatie type:
|
ECN-E--07-051
|
ECN rapport
|
|
Aantal pagina's:
|
Volledige tekst:
|
76
|
Download PDF
(1552kB)
|
Samenvatting:
Het Energieonderzoek Centrum Nederland heeft in opdracht van het ministerie van Verkeer & Waterstaat heeft een ‘Quick Scan’ uitgevoerd naar de economische gevolgen van een mogelijk verbod op het gebruik van residuale brandstof in de zeevaart.
Het is technisch mogelijk om de Nederlandse raffinage-industrie zodanig aan te passen dat de jaarlijkse productie van ca. 8 miljoen ton residuen, die nu worden afgezet als scheepsbrandstof, geheel wordt geconverteerd in lichtere producten. Deze conversie resulteert wel in een extra energiegebruik van circa 1 miljoen ton ruwe olie en een extra CO2-uitstoot van circa 3,5 miljoen ton. Een snelle invoering leidt tot marktverstoringen en prijspieken. Deze effecten kunnen beperkt worden door een geleidelijke invoering over circa 6 jaar, voorafgegaan door een voorbereidingsperiode voor de raffinaderijen van ongeveer 6 jaar. De investeringen zijn geraamd op ongeveer € 1,5 tot 2 miljard.
De Rotterdamse bunkermarkt verwerkt zowel de Nederlandse als geïmporteerde raffinage residuen. De hieruit bereide residuale scheepsbrandstof wordt zowel geleverd aan zeeschepen als geëxporteerd naar andere havens. Rotterdam zal niet noodzakelijkerwijs een gelijkwaardige positie kunnen opbouwen in import, export en bunkering van gedestilleerde scheepsbrandstoffen. Daarom moet per saldo rekening gehouden worden met een krimp van de bunkersector, waar ongeveer 1500 mensen werkzaam zijn.
Terug naar overzicht.