Titel:
|
pH en redox effecten van bouwmaterialen
|
|
Auteur(s):
|
|
|
Gepubliceerd door:
|
Publicatie datum:
|
ECN
Biomassa, Kolen en Milieuonderzoek
|
27-9-2010
|
|
ECN publicatienummer:
|
Publicatie type:
|
ECN-E--07-093
|
ECN rapport
|
|
Aantal pagina's:
|
Volledige tekst:
|
112
|
Download PDF
(2062kB)
|
Samenvatting:
De toepassing van relatief fijnkorrelige industriële slakken als aanvulmateriaal in industrieparken en parkeerplaatsen heeft tot onaanvaardbaar verhoogde pH waarden en reducerende (zuurstofarme) condities in grond- en oppervlaktewater geleid. Gebaseerd op het Bouwstoffenbesluit vallen deze materialen onder categorie 1 (vrije toepassing). Er zijn geen grenswaarden voor pH en redox in deze regelgeving. Op zichzelf hoeft een lagere of hogere pH en een lage redox waarde niet kritisch te zijn. Alleen als de buffer capaciteit van de omgeving wordt overschreden kunnen zich ongewenste emissies voordoen. In dit onderzoek is de afgifte van alkalische bestanddelen en reducerende stoffen onderzocht om vast te stellen of grenswaarden in regelgeving opgenomen moeten worden en op welke wijze daar invulling aan gegeven zou kunnen worden. Zowel de pH als de redox potentiaal zijn ongeschikte grootheden voor dit doel, aangezien de buffercapaciteit van het toegepaste materiaal, de buffercapaciteit van de ontvangende bodem en van het oppervlakte/grondwater water bepalend zijn voor de ontwikkeling van ongewenste effecten. Omdat pH en redox ook beïnvloed worden door gas reacties (O2 en CO2), wordt beoordeling complex. Gebruikmakend van het chemische speciatie-transport model ORCHESTRA is een scenario ontwikkeld om de afgifte van alkalische en reducerende bestanddelen uit slakken door infiltratie onder onverzadigde condities te beschrijven. Het zuurneutraliserend vermogen en redox capaciteit van de verschillende materialen is bepaald. Gebaseerd op de verkregen model resultaten is een vereenvoudigd model opgezet om de verschillende bijdragen aan neutralisatie/oxidatie in een aantal gangbare toepassingssituaties te kwantificeren. Beslisschema?s zijn uitgewerkt voor effecten op grondwater of oppervlaktewater rekening houdend met de buffercapaciteit en de deeltjesgrootte verdeling van een materiaal, the infiltratiesnelheid, de mate van blootstelling aan O2 en CO2 uit de atmosfeer of uit de bodemlucht en de dimensies van de toepassing. Dit heeft geleid tot de eerste aanwijzingen voor de ontwikkeling van acceptatie criteria voor de toepassing van materialen in specifieke toepassingen. De met het model voorspelde afgifte dient nog geverifieerd te worden aan geschikte praktijkmetingen om de betrouwbaarheid van de voorspellingen te toetsen.
Terug naar overzicht.