Titel:
|
Verkenning Schoon en Zuinig
|
|
Auteur(s):
|
Dril, A.W.N. van; Daniëls, B.W.; Gerdes, J.; Kroon, P.; Lensink, S.M.; Menkveld, M.; Seebregts, A.J.; Tigchelaar, C.; Uyterlinde, M.A.; Vethman, P.; Wakker, A.; Wetzels, W.; Elzenga, H.E.; Geurs, K.; Hoen, A.; Peek, K.; Schijndel, M. van
|
|
Gepubliceerd door:
|
Publicatie datum:
|
ECN
Beleidsstudies
|
29-4-2009
|
|
ECN publicatienummer:
|
Publicatie type:
|
ECN-E--09-022
|
ECN rapport
|
|
Aantal pagina's:
|
Volledige tekst:
|
84
|
Download PDF
(588kB)
|
Samenvatting:
Energie en Klimaatdoelen vereisen stevig aanvullend beleid
De beleidsinstrumenten uit het werkprogramma Schoon en Zuinig hebben substantiële effecten, maar de gestelde klimaat- en energiedoelen voor 2020 worden daarmee niet gehaald. Daarvoor is aanvullend, mogelijk meer verplichtend beleid nodig. Ook een verlaging van het emissieplafond in het Europese emissiehandelssysteem door de Europese Commissie kan het klimaatdoel dichter binnen bereik brengen.
In het werkprogramma Schoon en Zuinig uit 2007 zijn voor 2020 ambitieuze doelstellingen geformuleerd op het gebied van klimaatbeleid: 30% reductie van broeikasgassen ten opzichte van 1990, een aandeel van 20% hernieuwbare energie en jaarlijks 2% energiebesparing. Inmiddels zijn veel activiteiten uit het Werkprogramma in gang gezet. Op verzoek van het ministerie van VROM hebben PBL en ECN verkend in hoeverre de doelen voor 2020 met het nu ingezette beleid binnen bereik zullen komen. Ook de effecten van het aanvullend coalitieakkoord zijn meegenomen. In dit akkoord wordt onder meer een ruimere en robuustere financiering voor hernieuwbare energie aangekondigd.
Uit de verkenning blijkt dat het beleid uit het werkprogramma substantiële effecten heeft voor broeikasgasreducties, hernieuwbare energie en energiebesparing. Toch worden de doelen daarmee nog niet bereikt. Het beleid van het werkprogramma Schoon en Zuinig bestaat vooral uit subsidies, fiscale maatregelen, normering en convenanten. Ook als de beleidsinstrumenten verder worden geïntensiveerd, worden de doelen nog niet gehaald. Daarvoor zijn aanvullende, mogelijk meer verplichtende beleidsinstrumenten nodig, bijvoorbeeld binnen de gebouwde omgeving. Inzet van aanvullende beleidsinstrumenten vereist echter grote technische, organisatorische en financiële inspanningen van zowel overheid als bedrijven en burgers. Het doel voor broeikasgasreductie kan meer binnen bereik komen door een verlaging van het Europese emissieplafond voor deelnemers aan het emissiehandelssysteem. De Europese Commissie besluit mogelijk tot zo’n verlaging als in december 2009 in Kopenhagen wereldwijd overeenstemming wordt bereikt over vergaande reductie voor de periode na 2012.
Naast de verkenning is door ECN en PBL ook een monitoringssystematiek ontwikkeld voor Schoon en Zuinig, samen met SenterNovem en adviesbureau Ordina.
Terug naar overzicht.